Te laat dagvaarden en toch ontvankelijk

#Aanbesteden: Wat – Hoe?

Overschrijding van de dagvaardingstermijn was normaliter reden voor een hele korte zitting en een nog korter vonnis. Te laat dagvaarden leidde tot niet-ontvankelijkheid. Een vonnis van de Haagse rechter lijkt hier korte metten mee te maken.

In de gunningsbeslissing van 18 april bepaald dat de bezwaartermijn 15 dagen is. Die eindigde dus op 3 mei. Op 1 mei heeft eiseres de aanbesteder bericht gestuurd met daarbij de dagbepaling en een kopie van de dagvaarding. Hoewel de aanbesteder niet was gevraagd om verhinderingen, heeft de aanbesteder de rechtbank bericht dat zij zal bezien of iedereen er is. De dagvaarding is uiteindelijk op 9 mei betekend.

Dat de dagvaarding zes dagen buiten de termijn is betekend, maakt niet dat eiseres niet-ontvankelijk is. De aanbesteder was namelijk binnen de bezwaartermijn op de hoogte van de dagvaarding en de datum van de mondelinge behandeling. De aanbesteder was dus voor betekening van de dagvaarding hiervan op de hoogte. Aangezien de dagvaarding na die datum niet meer is veranderd, oordeelt de voorzieningenrechter dat eiseres ontvankelijk is.

Een dagvaarding mag dus kennelijk buiten de bezwaartermijn worden betekend, als:

– de aanbesteder binnen de bezwaartermijn bekend is met de datum en tijdstip van de mondelinge behandeling; en

– de inhoud van de dagvaarding kent; en

– als de concept dagvaarding is gedeeld, de daadwerkelijke dagvaarding inhoudelijk niet anders is dan die van de concept dagvaarding.

Het aanbestedingsrecht wordt ook op dit punt dus minder formeel. Desondanks blijft het de voorkeur verdienen om de dagvaarding daadwerkelijk binnen de termijn te betekenen. Discussies over tijdigheid verwateren immers het werkelijke debat.

Rechtbank Den Haag 31 mei 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:7937

https://lnkd.in/eC44HM_W

Vragen? Meer weten? Neem contact met ons op via 0103032949. Wij helpen u graag verder.

Bericht gepubliceerd op 7 augustus 2023.

Auteur: Joris Bax