Het systeem van de uitsluitingsgronden

#Aanbesteden: Wat – Hoe?

Met uitsluitingsgronden wordt getoetst of een ondernemer betrouwbaar is. Heeft de ondernemer geen strafbare feiten begaan, was er sprake van een faillissement, heeft hij eerdere opdrachten tot een goed einde gebracht? Dat soort zaken.

Het systeem van de uitsluitingsgronden is simpel. Er zijn dwingende uitsluitingsgronden (artikel 2.86 Aw). Die moet een aanbesteder altijd toepassen bij een aanbestedingsprocedure. Niet alleen bij een Europese, maar ook bij nationale of meervoudig onderhandse. Die verplichting zit besloten in de verplichte toepassing van het UEA bij alle aanbestedingen. Deze uitsluitingsgronden gaan om strafrechtelijke veroordelingen en de betaling van belastingen en premies.

Daarnaast zijn er facultatieve uitsluitingsgronden. Het is aan de aanbesteder om te kiezen welke daarvan worden getoetst. Uiteraard moet de aanbesteder in het UEA bekendmaken welke facultatieve uitsluitingsgronden worden toegepast. Strikt genomen is het disproportioneel om zomaar alle uitsluitingsgronden toe te passen. De aanbesteder moet kiezen welke passend zijn voor de aanbesteding.

Als een uitsluitingsgrond van toepassing is, dan wordt de ondernemer uitgesloten, tenzij dat in een concreet geval disproportioneel is (artikel 2.88 Aw) of voldoende zelfreinigende maatregelen nam (artikel 2.87a Aw). De inschrijver moet dat toelichten in het UEA. De aanbesteder moet dit altijd toetsen (zie onderstaand vonnis als voorbeeld). De beslissing naar aanleiding van die toets (uitsluiting of niet), moet de aanbesteder uiteraard onderbouwen.

Het systeem is dus duidelijk. De komende weken besteed ik aandacht aan enkele afzonderlijke uitsluitingsgronden.

Rechtbank Den Haag 19 augustus 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:9680

https://lnkd.in/dSRQfTGy?trk=public_post-text

Vragen? Meer weten? Neem contact met ons op via 0103032949. Wij helpen u graag verder.

Bericht gepubliceerd op 7 augustus 2023.

Auteur: Joris Bax