Aanbesteden: Wat – Hoe? Overheidsopdracht of concessie
Grosso modo zijn er twee soorten opdrachten: de overheidsopdracht en de concessieopdracht.
Het verschil ertussen blijft relevant.
Dat verschil zit in de bezwarende titel. Bij een overheidsopdracht is dat simpel: de opdrachtnemer levert een door de aanbesteder gevraagde prestatie (werk/ levering/ dienst). De aanbesteder betaalt voor die prestatie. De betaling omvat een vergoeding voor alle kosten en een winstmarge (in theorie tenminste).
De bezwarende titel bij een concessie is een exploitatierecht/ exploitatierisico. De concessienemer krijgt het recht een werk of dienst te exploiteren. Door die exploitatie moet de concessiehouder al zijn kosten en investeringen terugverdienen, net als winst maken.
Het exploitatierecht betekent dat de concessiehouder bloot moet staan aan de grillen van de markt en er bij de gunning geen zekerheid is dat de kosten worden terugverdiend, of dat er winst wordt gemaakt. De concessiehouder moet in extremis het risico lopen om failliet te gaan aan de exploitatie (art. 5, lid 1 Richtlijn 2014/23/EU).
Het exploitatierecht gaat soms gepaard met een betaling door de aanbesteder (onrendabele top). Dat mag, maar de betaling mag niet ertoe leiden dat de concessiehouder geen risico’s meer loopt of daardoor al zijn kosten terugverdiend. Gebeurt dat toch, dan wijzigt daarmee de aard van de overeenkomst. Er is dan immers geen exploitatierisico meer.
Het een of het ander is niet alleen van invloed op de drempelwaarde, maar ook op het regime (deel 2 of 2A; vaststaande of minder stringente procedures).
Vragen? Meer weten? Neem contact met ons op via 0103032949. Wij helpen u graag verder.
Bericht gepubliceerd op 17 april 2023.
Auteur: Joris Bax