Suzanne Brackmann op LinkedIn, maart 2021

Dat heeft een hele praktische reden. De bezwaartermijn van 20 dagen loopt dan af op maandag 5 april en dat is Tweede Paasdag. Op die dag mogen geen dagvaardingen betekend worden. De laatste dag om dat te doen, zou vrijdag 2 april zijn. Maar dat is Goede Vrijdag en op die dag mogen ook geen dagvaardingen betekend worden. Dus neem je gunningsbeslissing een dag later of vermeld in de beslissing dat de bezwaartermijn verlengd wordt naar 6 (of 7) april. Dat is professioneel en zorgvuldig!

Voor de dag na Hemelvaart, vrijdag 14 mei 2021, geldt hetzelfde:

Gunningsbeslissing vrijdag 23 april = einde bezwaartermijn 13 mei = Hemelvaartsdag dus einde bezwaartermijn op 12 mei

Gunningsbeslissing maandag 26 april = einde bezwaartermijn zondag 16 mei = zondag dus einde bezwaartermijn ook op 12 mei

Enzovoorts, voor 2e pinksterdag …

Daarnaast zou dit niet alleen moeten gelden als de bezwaartermijn eindigt op een feestdag, maar ook als die eindigt op zondag. Dat gebeurt als de gunningsbeslissing op een maandag wordt verstuurd. Nóg iets om rekening mee te houden!

Joris Bax op LinkedIn, februari 2021

Na advies 504 van de CvAE, laat nu ook de Utrechtse voorzieningenrechter zich uit over relatieve beoordelingssystematieken.

Diens oordeel over een selectiemethodiek bij een niet-openbare aanbesteding: een relatieve beoordelingssystematiek voldoet enkel aan de fundamentele beginselen van aanbestedingsrecht, in het bijzonder het voorkomen van willekeur, als voorafgaande aan de beoordeling wordt vastgesteld dat alle betrokken ondernemers voldoen aan de geschiktheidseisen en geen van de uitsluitingsgronden van toepassing is. Bij de beoordeling mogen geen ongeldige aanmeldingen worden betrokken.

De aanbesteder moet de geschiktheid van aanmelders dus vaststellen voordat de selectiemethodiek wordt toegepast. In concreto kan dat betekenen dat bijvoorbeeld de bewijsmiddelen van het het UEA al voor voorlopige selectie worden gecontroleerd.

Hoewel dit vonnis betrekking heeft op de selectiefase van een niet-openbare aanbestedingsprocedure, zie ik niet in waarom het niet ook toepasbaar is op openbare aanbestedingsprocedures. Ook daar moet immers worden voorkomen dat ongeldige inschrijvers worden betrokken in een rangorde.

Een vonnis dat daadwerkelijk gevolgen kan hebben voor de aanbestedingspraktijk dus.

Vragen? Meer weten? Neem contact met ons op via 0103032949. Wij helpen u graag verder.

Joris Bax op LinkedIn, februari 2021

Over de aanbesteding van twee-fasen-overeenkomsten, zoals een bouwteamovereenkomst, wordt vaak gevraagd hoe dat rechtmatig kan. Kenmerk van een zo’n overeenkomst is dat de opdracht uit twee of meerdere fasen bestaat, die niet allemaal definitief worden opgedragen en dat voor de realisatiefase nog prijsonderhandelingen worden gehouden.

De Haagse voorzieningenrechter oordeelt dat het rechtmatig is zo’n opdracht is twee fasen aan te besteden en ook prijsonderhandelingen zijn toegestaan. Uiteraard moeten de voorwaarden daarvoor voldoende duidelijk zijn.

Ten aanzien van de prijs nog twee opmerkingen. Voor de aanbesteder is het raadzaam om waarborgen voor de prijsstelling op te nemen. Bijvoorbeeld een controle van de prijsaanbieding door kostendeskundigen om te voorkomen dat een niet-marktconform (hoge) prijs wordt aangeboden na de ontwerpfase. Dit voorkomt dat de aanbesteding met een te lage prijs wordt gekocht en na de ontwerpfase de hoofdprijs wordt geboden.

Ten tweede moet bij de aanbestedingsprocedure prijs een rol spelen. Het is namelijk strikt genomen niet toegestaan uitsluitend op kwaliteit te gunnen. Dit kan door bijvoorbeeld tijdens de aanbestedingsprocedure te gunnen op (procentuele) staartkosten.

Vragen? Meer weten? Neem contact met ons op via 0103032949. Wij helpen u graag verder.

Joris Bax op LinkedIn, februari 2021

Aanbestedingen komen vaker in het nieuws als het misgaat, dan wanneer er succes wordt geboekt. Maar goed; er is weer een waarvan geleerd kan worden.

De GGD heeft opdrachten voor de coronatestlijn en de vaccinatielijn niet (niet-)openbaar aanbesteed. Volgens de GGD omdat snelheid was geboden, heeft zij de opdrachten ‘onderhands’ gegund. Gezien de onderbouwing vermoed ik dat gebruik is gemaakt van de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging wegens dwingende spoed. De waarde van beide opdrachten ligt kennelijk ver boven de drempel.

Mocht de GGD deze opdrachten gunnen met de onderhandelingsprocedure? Die procedure is toegestaan als er een zodanige spoed is dat de normale termijnen niet gevolgd kunnen worden. Daaronder begrepen de verkorte termijnen voor de (niet-)openbare procedure. Bij die verkorte termijn geldt een inschrijvingstermijn van minimaal 15 dagen.

Als een aanbesteder vanwege dwingende de onderhandelingsprocedure wil doorlopen, moet ze dus kunnen rechtvaardigen dat ook die korte(re) termijnen te lang zijn. Of de GGD dat gedaan heeft, zullen we waarschijnlijk niet weten.

Punt van aandacht dus.

Vragen? Meer weten? Neem contact met ons op via 0103032949. Wij helpen u graag verder.