Samenvoeging opdrachten

Joris Bax op LinkedIn, december 2019

Kan een niet mkb-onderneming bij de rechter betogen dat een samenvoeging van opdrachten onrechtmatig is? Uit een recent vonnis blijkt van wel, maar niet via art. 1.5 Aw.

Als uitgangspunt moeten ondernemers rekening met het feit dat een aanbesteder het recht heeft een opdracht vorm te geven om te voorzien in haar eigen inkoopbehoefte.

Als de klagende ondernemer niet kwalificeert als mkb en dus geen beroep kan doen op art. 1.5 Aw, wordt de samenvoeging getoetst aan de artt. 1.10 en 1.10a Aw. Op grond daarvan moet de samenvoeging proportioneel zijn en mag die niet leiden tot een kunstmatige beperking van de mededinging. Concreet toetst de voorzieningenrechter dan of er voldoende mededinging over blijft.

Voor inschrijvers die geen mkb zijn, maar wel vermoeden dat een samenvoeging tot problemen leidt, is dit vonnis dus interessant. De artt. 1.10 en 1.10a Aw hebben mijns inziens een toetsing die gelijkwaardig is aan art. 1.5 Aw (is er voldoende concurrentie), met dien verstande dat het juridisch toetsingskader strikter is. Aanbesteders doen er dus goed aan ook met deze artikelen rekening te houden bij de samenstelling van de opdracht. Een objectieve onderbouwing van de samenvoeging, blijft mogelijk nodig.

Inzien document

Vragen? Meer weten? Neem contact met ons op via 0103032949. Wij helpen u graag verder.